• 03 201 88 70
  • directie@berkmoz.be

GOK

Gelijke onderwijskansen

Het decreet Gelijke OnderwijsKansen (GOK) wil alle kinderen dezelfde optimale mogelijkheden bieden om te leren en zich te ontwikkelen.
Dit decreet wil tegelijk uitsluiting, sociale scheiding en discriminatie tegengaan en heeft daarom speciale aandacht voor kinderen uit kansarme milieus.

Ook op onze school willen wij hieraan werken. Wij hechten daarom veel belang aan de betrokkenheid van de ouders.
Wij willen de communicatie tussen de ouders en de school optimaliseren en ondersteuning bieden op maat.
We stimuleren ouders om deel te nemen aan therapieën, oudercontacten, infomomenten, kijk-in-je-klas-dag en andere themagebonden infomomenten.
We ondersteunen ouders en helpen hen wegwijs maken binnen de passende dienstverleningen.
We vinden een goede samenwerking met de ouderraad belangrijk.

We willen ook werken aan de taalvaardigheid van onze leerlingen. We ondernemen allerlei acties om hun vaardigheid in het Nederlands ter vergroten.
Door het integreren van de thuistaal willen we het welbevinden van onze anderstalige leerlingen verhogen.
Meer hierover vind u terug in onze visietekst over thuistaal op school.

Aanspreekpunt

Pervane Yuruk

Pas als we allemaal samen onze schouders onder het GOK-beleid zetten, kunnen we gelijke kansen voor alle leerlingen realiseren.
Elke leerkracht op school draagt dus zijn steentje bij tot het gelijke onderwijskansenbeleid.

Het ontwikkelen en beheersen van taalgevoel is van groot belang. Niet alleen het Nederlands, maar ook de thuistaal moet daarom een plaats krijgen binnen onze school. Wij zijn ons ervan bewust dat meertaligheid een troef is, geen handicap!

Het gebruik van de thuistaal moet een verrijking worden voor ons taalbeleid, want een goed taalbeleid doet alles om het leren van het Nederlands makkelijker te maken.

Scholen gaan ervan uit dat elke seconde nodig is om zo goed mogelijk het Nederlands te spreken, maar het gebruik van thuistaal maakt leerlingen taalvaardiger, taalgevoeliger, ook in het Nederlands. Het moet een natuurlijk proces worden. Het mag geen proces van mogen en moeten worden. Het draait bij gebruik van hun eigen taal niet om straffen en belonen, maar om wederzijds respect. Over beleefdheid en respect moet je durven praten en afspraken maken.

Het bestraffen van gebruik van de thuistaal geeft leerlingen het gevoel dat hun thuistaal en cultuur op school niet gewaardeerd worden. Taal is een deel van je identiteit en je hoort er trots op te zijn. We willen niet de boodschap geven dat ze een stukje van zichzelf moeten opgeven.

Kinderen krijgen een basistaalvaardigheid van hun ouders mee. Zo kan de thuistaal gebruikt worden als een opstapje voor het Nederlands. De thuistaal kan ingeschakeld worden bij alle vaardigheden. Onze instructietaal blijft het Nederlands. De thuistaal wordt ter ondersteuning mee geïntegreerd in de lessen. Prentenboeken zitten bijvoorbeeld vol moeilijke woorden. Als een kind de helft van de woorden niet kent, zal het ook de verhaallijn niet begrijpen. Als het de woorden ook in hun taal begrijpt en er thuis over kan vertellen, zal het kind het Nederlands vlugger oppikken.

Natuurlijk moeten we opletten dat er geen onveiligheidsgevoel ontstaat bij de leerlingen die wel Nederlands praten. Hiervoor zullen onze regels en afspraken duidelijk moeten zijn en consequent nageleefd moeten worden.

Volgende afspraken gelden:

-Nederlands blijft de instructietaal.
-Wanneer iemand in de groep de taal niet spreekt, spreken we Nederlands.
-Het gebruik van de thuistaal kan toegelaten worden tijdens groepswerk of bij het opzoeken van informatie, als  de hele groep dit verstaat.
-Indien nodig mag het gebruik van de thuistaal ook bij het uitleggen van een opdracht aan een medeleerling die  het Nederlands nog niet goed beheerst.